Nog maar 24 uur....

29 april 2016 - Kathmandu, Nepal

Deze post is wat meer gericht op wat ik tijdens de dagen uitvoer. Waarschijnlijk denken jullie allemaal dat die jongen daar maar een beetje vakantie viert op de kosten van de overheid. Okay, een beetje wel, maar er wordt ook gewerkt. Meer gewerkt dan vakantie gevierd kan ik je eerlijk zeggen ;).

Het is ongeveer 24 uur voordat ik terugga naar Nederland, dus ik vond het wel passend om dit als laatste blogpost te publiceren. Dit blog gaat voornamelijk over de cultuur, mijn eigen ervaringen en de projecten waar ik aan werk.

Werken in Nepal

De cultuur tussen Nepal en Nederland is behoorlijk groot. Dat merk je aan de oppervlakkige cultuurverschillen, zoals het straatgezicht, maar ook aan de manier hoe mensen met elkaar omgaan. Als je met elkaar samenwerkt wordt het al helemaal duidelijk. Laat ik met een simpel voorbeeld beginnen.

Wat je opvalt als je door Kathmandu loopt, dat het verkeer levensgevaarlijk is. Verkeersregels worden niet nageleefd, niet door de politie en de weggebruikers. Het is lastig om te zeggen waar dit aan ligt. De weg oversteken is elke keer weer een levensbeproeving. In 40% van de verkeersongevallen in Kathmandu zijn voetgangers betrokken. Beetje oppassen dus.

Daarnaast is het tijdsbesef van Nepalezen totaal anders dan dat van ons. In Europese landen raken worden steeds meer mensen het slachtoffer van burn-outs. In Nepal kan ik me dat niet voorstellen dat dat gebeurt. Alles gaat een stuk langzamer en tijd is een relatief begrip. Als je met iemand afspreekt vraag ik ook altijd of ze Nepali tijd bedoelen (30 tot 40 minuten later). In het begin is dit nogal frustrerend, maar ik merk dat ik me aanpaste en zelf ook niet meer zo’n haast had met alles snel af te ronden.

Communiceren blijft vaak lastig als je collega’s Engels niet perfect is. Gemixt met een paar Nepalese woordjes kom je er vaak wel uit, maar het is niet ideaal. De meeste mensen in Kathmandu spreken wel Engels, dus daar is het niet moeilijk om jezelf begrijpbaar te maken. Het is een stuk makkelijker dan in Japan bijvoorbeeld, waar ze nauwelijks Engels spreken.

Wat vervelend is dat je vaak afhankelijk bent van mensen van informatie. Je moet er vaak achter aan jagen voordat ze jouw geven wat je nodig hebt. Op dit moment komt de Nederlander in je naar boven die wil doorjagen met zijn project en het zo snel mogelijk en goed mogelijk het wil afronden. Vaak had ik het gevoel dat ik bijna niets uitvoerde.

Projecten

Ik werk voor Kakani International Scout Centre. Dat is een centrum waar (Nepalese) Scouts komen voor hun kampen, trainingen en andere activiteiten. Sinds begin dit jaar wil het zich meer richten om een internationaal Scoutingcentrum te worden. Dit houdt in dat er meer internationale Scouts moeten komen, vrijwilligers uit verschillende landen en het activiteitenaanbod moet worden uitgebreid. Het marketingverhaal van het centrum is ook behoorlijk zwak, dus dat is ook een project waar ik aan werk.

Om het kort te maken, ik ben bezig met:

  • Het opbouwen van een website voor het centrum, zodat mensen beter informatie kunnen vinden.
  • Het uitbreiden van de activiteiten. Er is hier veel aan outdoor activiteiten te doen, maar dat is het enige. We willen programma’s aanbieden die zich richten op natuur & milieu en internationaal.
  • Meer buitenlanders! Een internationaal Scouting centrum is geen internationaal Scouting centrum zonder internationale Scouts. Dit houdt in dat we actief bezig zijn met het benaderen van andere Scout centra om ons zelf wat aandacht te geven.
  • Mijn eigen onderzoek voor mijn opleiding. Dit richt zich op de tevredenheid van de bezoekers en hoe we dit kunnen verbeteren. De meeste projecten zijn een resultaat van dit onderzoek.

Ik werk hele dagen, vijf dagen per week. Soms is het meer, soms minder. Veel bezoekers komen tijdens de weekenden, dus het kan voorkomen dat je hele weekenden aan het helpen bent. Het is wel heel erg leuk, want je legt snel nieuwe contacten met mensen, waaruit je al snel vrienden kan maken.

Het werktempo is erg relaxed. Je kan je eigen dag indelen, vrij nemen als je wilt. Er zijn erg weinig deadlines vanuit de stageorganisatie, dus je neemt de tijd voor dingen. Dit is totaal anders dan in Nederland, maar het is wel goed om hier aan te wennen.

Culturele verschillen

Hier is zoveel over te vertellen. Om het te beperken zal ik het even betrekken op mijn stage. Het omgaan met problemen. In Nepal is er een cultuur om problemen af te wentelen op je leidinggevenden. Dit is een culturele generalisering, dus dit komt overeen met het zeggen dat alle Nederlanders gierig zijn. Het geld niet voor iedereen dus. Dit is voornamelijk lastig als je een probleem wilt oplossen met iemand, maar diegene het niet wil of kan. Combineer dit met Nederlands pragmatisme en lak aan hiërarchie en je hebt een lastige situatie.

 Je kan meer lezen over de cultuur op deze link:

https://shoestring.nl/rondreis-nepal/cultuur-nepal

En een zeer mooi blog geschreven door een niet-Nepalees die in Nepal woont (Engels):

http://www.thelongestwayhome.com/blog/nepal/what-would-it-like-to-live-in-nepal/

Hoe blijf je goed?

Het is soms lastig om altijd positief te blijven in zo’n totaal andere omgeving. Je eet twee keer per dag rijst, het is lastig om te communiceren en je collega’s zijn er lang niet altijd. Ook zit je ver van de stad dus vermaak is er niet veel. Om niet gek van jezelf en van je werk te worden, moet je eens in de zoveel tijd er tussenuit. Dit kan zijn dat je naar Kathmandu gaat of een kleine reis ergens anders heen maakt. Zolang je maar een verandering hebt in je omgeving.

Een ander belangrijk aspect is het eten. Elke keer als ik in Kathmandu ben, ga ik zowiezo voor een pizza of ander Westers eten. Je kan prima op Dhaal Bhaat leven, geen probleem. Het is gezond en het is voedzaam. Het is alleen erg eenzijdig. Afwisseling is zeker nodig.

Heimwee vs. Blijven

Op een gegeven moment kom je op een punt waar je helemaal op je plek bent. In mijn eerste maanden was het wel eens lastig om positief te blijven. Er was heimwee, ik miste thuis en sommige dingen in Nepal waren gewoon te anders. Dit verdween na de derde maand volledig. Dan kom je op een punt dat je gewend bent aan bijna alles. Je verblijf wordt dan ook een stuk leuker en gemakkelijker. Het is makkelijker om te communiceren, projecten gaan je makkelijker af, reizen is makkelijker en nog veel meer.

Alleen als je nog maar een maand te gaan hebt, dan slaat het toe. Blijfwee (zo noem ik het maar). Voor mensen die het ervaren hebben klinkt het cliché, maar het gebeurt toch elke keer. Je zit er lekker in, maar tegen die tijd moet je alweer terug. Dat is pijnlijk.

Tot slot…

Dit is mijn laatste blog over Nepal. Ik weet dat ik niet heel veel gepost heb de laatste tijd, maar meestal ben ik gewoon aan het werk, dus dan gebeurt er niet heel veel. Ik hoop jullie allemaal weer te zien in Nederland! Bedankt voor het lezen

Foto’s